10 januari 2012

Hip hip

Het oude jaar is literair gewogen, de grote verwachtingen voor het nieuwe jaar zijn onthuld, de literaire lente kondigt zich al bijna aan. De nieuwe agenda's openen zich zacht en dun voor hun eerste ontmoetingen en hoogtepunten. Ik geef de literaire jubileumdagen een gouden randje en laat me in mijn goede voornemens leiden door dit arbitrair numeriek criterium. Geen betere methode om mijn verwachtingen t.a.v. een boek te counteren. Die worden al te vlug gevoed door voorkennis en blijken zich steevast krachtig te presenteren als ik kies dit of dat boek te lezen. Maar nummertjes trekken, dat moet werken. Een beetje kalendergekte mag wel. Het is tenslotte 2012.

Winter nog..

De 'big shots' zijn genoegzaam bekend. Het is niet de eerste keer dit jaar dat u verwijzingen ziet en hoort naar Louis Paul Boon en Charles Dickens. Zij zijn - toevallig - ook de eerste literaire gefêteerden. Op 7 februari 1812 werd Dickens geboren, op 15 maart 1912 Boon. Ik neem me voor eender welke roman van hen te lezen die me in handen valt. Het zijn bij uitstek auteurs waar je geen echte uitschieters op eenzame hoogten hebt en beide hebben zo veel geschreven dat je eender waar kan beginnen. Als ik Dickens in januari en Boon in februari lees, kan ik daarna de salonfähige gesprekken, essays, vergeten citaten en filmpjes met een gerust hart volgen en met een gerust geweten smaken.


Lente

De tweede helft van maart ga ik op de zolder en in de vintage-vitrines wat kijken naar oude omslagen van Carl May. De Duitse geestelijke vader van Winnetou stierf op 30 maart honderd jaar geleden. Het verhaal zonder literaire pretentie blijft ook mijn gezelschap in april, want op 20 april volgt Bram Stoker May op, de man achter Dracula. Indianen en vampieren: daartussen gaapt de hedendaagse generatiekloof van de populaire fictie.

14 mei wordt voor mij literaire hoogdag van 2012 en sluit het rijtje af van schrijvers die honderd jaar geleden gestorven zijn. "Mijn nummer twee" op het literatuurschattenontdekkingslijstje van 2011 (net onder de hemelhoge Sandor Marai) is immers de bij het breder publiek weinig bekende August Strindberg. Zijn "Tijd van gisting" (privé-domein) is een autobiografische roman over zijn jaren als jong-volwassene, van zijn studietijd tot vlak voor zijn doorbraak als (theater)schrijver. Ik lees het als een dagboek. Onwaarschijnlijk hoe herkenbaar sommige meanderende gedachtengangen over maatschappij en levenskeuzes na honderdvijftig jaar voor mij nog zijn. Zoveel geluk heb je niet elke maand; in mei laat ik elke dag een stukje Strindberg op mijn tong smelten.

Zomer

De zomer belooft wat filosofischer te worden. Ik probeer zo weinig mogelijk non-fictie te lezen ("In der beshränkung zeigt sich der meister"), maar in de filosofie vind ik de natuurlijke evenknie van de literatuur. Zeker in de Franse. Op 28 juni 1712 werd J.J. Rousseau geboren. Deze merkwaardige figuur die zowel tot de Verlichting als tot de Romantiek kan gerekend worden en die met zijn theorieën over de 'communio' Marx beïnvloed zou hebben, is naar het schijnt boeiender om te lezen dan om te ontmoeten. Die jubileumstrategie heeft zo zijn voordelen. We duiken nog wat dieper het verleden in. Honderd jaar voordat Rousseau op vijftigjarige leeftijd zijn boek "Emile, ou de l'éducation" tot de brandstapel veroordeeld wist, stierf Blaise Pascal. Zijn citaat "Alle ellende van de mens komt hieruit voort, dat hij niet rustig in een kamer kan blijven zitten" hangt ondertussen al een tijdje op mijn kamer. Op 19 augustus vervang ik het citaat hopelijk door een andere onwaarschijnlijke uitspraak van hem. Ik zou in het najaar graag nog eens buiten willen geraken.

Herfst

In het najaar wordt het dan iets rustiger. Met wat geluk blijft de aandacht voor Daisne, die op 2 september de eeuwigheid in gaat, subtiel. Ik neem me alvast voor zijn roman "De trap van steen en wolken" te lezen. Iemand moet gezegd hebben dat dat boek voor de Vlaamse lezer in de Tweede Wereldoorlog deed wat Pallieter van Timmermans in de Eerste deed. Het moet met hoop en blijheid te maken hebben. Ik verwacht minder toeters en bellen dan bij Boon. Een goede aanleiding om Duits te leren vormt de op papier grootste literaire te vieren meester in 2012. Gerart Hauptmann werd op 15 november 1862 geboren en kreeg in zijn vijftigste levensjaar de Nobelprijs. Een voltreffer dit jaar : dubbel feest.

Winter

Ik sluit het jaar met stille trom af en kan me in Vlaanderen verdiepen met onze enige romantische schrijver. Conscience zal op 3 december 200 jaar geleden geboren zijn. Hopelijk ben ik niet de enige die deze auteur met winterse stille trom zal benaderen. Het zou een wrange eindnoot zijn van 2012 indien hij al te zeer gepolitiseerd zou worden. Dat zou sowieso fout aflopen, einde van de wereld of niet. Nationalistische Hineininterpretierung.

Dat levert aardig wat goede voornemens op. Indien ik vlugger door het stapeltje heen ben dan verwacht, kan ik er nog de turf van Hugo aan toevoegen. "Les Misérables" verscheen in 1862. Maar een jaar is vlug voorbij en Bomans, Carmiggelt en Camus staan al onder de vlag van '13 te wachten..
Gezelschap van Dickens, Boon, Daisne, Hauptmann, ... Een mens kan zich een slechter jaar voorstellen. Lezen blijft een haven, ook als u niet de nummertjes heiligt. Met dank aan Wikipedia. Ik wens u een tijd van gisting.